vermaledijden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vermaledijd | vermaledijdde | heb vermaledijd |
jij, je, u | vermaledijdt | vermaledijdde | hebt vermaledijd |
hij, zij, het | vermaledijdt | vermaledijdde | heeft vermaledijd |
wij | vermaledijden | vermaledijdden | hebben vermaledijd |
jullie | vermaledijden | vermaledijdden | hebben vermaledijd |
zij, ze | vermaledijden | vermaledijdden | hebben vermaledijd |
PresensBeta
Example presens sentences for Vermaledijden with some of the pronouns.
- Ik vermaledijd de slechte gewoonten van sommige studenten.
- Jij vermaledijdt de onrechtvaardigheid in de wereld.
- Hij/zij vermaledijdt het gebrek aan respect van zijn/haar collega's.
- Wij vermaledijden de corruptie binnen de politiek.
- Jullie vermaledijden de oneerlijke behandeling van werknemers.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vermaledijden with some of the pronouns.
- Ik vermaledijdde de slechte gewoonten van sommige studenten.
- Jij vermaledijdde de onrechtvaardigheid in de wereld.
- Hij/zij vermaledijdde het gebrek aan respect van zijn/haar collega's.
- Wij vermaledijdden de corruptie binnen de politiek.
- Jullie vermaledijdden de oneerlijke behandeling van werknemers.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vermaledijden with some of the pronouns.
- Ik heb de slechte gewoonten van sommige studenten vermaledijd.
- Jij hebt de onrechtvaardigheid in de wereld vermaledijd.
- Hij/zij heeft het gebrek aan respect van zijn/haar collega's vermaledijd.
- Wij hebben de corruptie binnen de politiek vermaledijd.
- Jullie hebben de oneerlijke behandeling van werknemers vermaledijd.