ontgiften

Conjugations List of Ontgiften.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontgiftontgiftteheb ontgift
jij, je, uontgiftontgifttehebt ontgift
hij, zij, hetontgiftontgiftteheeft ontgift
wijontgiftenontgifttenhebben ontgift
jullieontgiftenontgifttenhebben ontgift
zij, zeontgiftenontgifttenhebben ontgift

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontgiften with some of the pronouns.

  • Ik ontgift mijn lichaam regelmatig.
  • Jij ontgift jezelf door gezond te eten.
  • Hij/zij ontgift zijn/haar systeem met behulp van natuurlijke producten.
  • Wij ontgiften ons na een zware maaltijd.
  • Zij ontgiften hun lichaam door veel water te drinken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontgiften with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, ontgifting ik mijn lichaam niet.
  • Vroeger ontgifting jij jezelf nooit.
  • Hij/zij ontgifting zijn/haar systeem niet in het verleden.
  • In die tijd ontgifting wij ons niet bewust.
  • Zij ontgifting hun lichaam niet tot voor kort.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontgiften with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn lichaam vorige week ontgift.
  • Jij hebt jezelf al eerder ontgift.
  • Hij/zij heeft zijn/haar systeem onlangs ontgift.
  • Wij hebben ons na de vakantie ontgift.
  • Zij hebben hun lichaam al meerdere keren ontgift.