ontinkten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontinkt | ontinktte | heb ontinkt |
jij, je, u | ontinkt | ontinktte | hebt ontinkt |
hij, zij, het | ontinkt | ontinktte | heeft ontinkt |
wij | ontinkten | ontinktten | hebben ontinkt |
jullie | ontinkten | ontinktten | hebben ontinkt |
zij, ze | ontinkten | ontinktten | hebben ontinkt |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontinkten with some of the pronouns.
- Ik ontinkt
- Jij ontinkt
- Hij/Zij/Het ontinkt
- Wij ontinkten
- Jullie ontinkten
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontinkten with some of the pronouns.
- Ik ontinkte
- Jij ontinkte
- Hij/Zij/Het ontinkte
- Wij ontinkten
- Jullie ontinkten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontinkten with some of the pronouns.
- Ik heb ontinkt
- Jij hebt ontinkt
- Hij/Zij/Het heeft ontinkt
- Wij hebben ontinkt
- Jullie hebben ontinkt