ontmythologiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontmythologiseer | ontmythologiseerde | heb ontmythologiseerd |
jij, je, u | ontmythologiseert | ontmythologiseerde | hebt ontmythologiseerd |
hij, zij, het | ontmythologiseert | ontmythologiseerde | heeft ontmythologiseerd |
wij | ontmythologiseren | ontmythologiseerden | hebben ontmythologiseerd |
jullie | ontmythologiseren | ontmythologiseerden | hebben ontmythologiseerd |
zij, ze | ontmythologiseren | ontmythologiseerden | hebben ontmythologiseerd |
Presens
Example presens sentences for Ontmythologiseren with some of the pronouns.
- Ik ontmythologiseer de geschiedenis van het oude Egypte.
- Jij ontmythologiseert de traditionele opvattingen over liefde.
- Hij ontmythologiseert het idee van perfectie in de moderne kunst.
- Wij ontmythologiseren de mythes rondom voeding en gezondheid.
- Zij ontmythologiseren de rol van vrouwen in de maatschappij.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Ontmythologiseren with some of the pronouns.
- Ik ontmythologiseerde de oude Griekse goden.
- Jij ontmythologiseerde de middeleeuwse legendes.
- Hij ontmythologiseerde de mythes van de oorsprong der mensheid.
- Wij ontmythologiseerden de volksoverleveringen.
- Zij ontmythologiseerden de culturele tradities.
Perfectum
Example perfectum sentences for Ontmythologiseren with some of the pronouns.
- Ik heb de oude mythen ontmythologiseerd.
- Jij hebt de populaire cultuur ontmythologiseerd.
- Hij heeft de sociale normen ontmythologiseerd.
- Wij hebben de traditionele waarden ontmythologiseerd.
- Zij hebben de politieke propaganda ontmythologiseerd.