ontplooien
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontplooi | ontplooide | heb ontplooid |
jij, je, u | ontplooit | ontplooide | hebt ontplooid |
hij, zij, het | ontplooit | ontplooide | heeft ontplooid |
wij | ontplooien | ontplooiden | hebben ontplooid |
jullie | ontplooien | ontplooiden | hebben ontplooid |
zij, ze | ontplooien | ontplooiden | hebben ontplooid |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontplooien with some of the pronouns.
- Ik ontvouw mijn plannen stap voor stap.
- Jij ontvouwt een prachtig schilderij op het doek.
- Hij ontvouwt zijn visie tijdens de vergadering.
- Wij ontvouwen onze plannen voor de toekomst.
- Zij ontvouwen een nieuw bedrijfsmodel voor de markt.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontplooien with some of the pronouns.
- Ik ontvouwde langzaam de geheimen van de natuur.
- Jij ontvouwde je plannen geleidelijk aan.
- Hij ontvouwde zijn gedachten tijdens het gesprek.
- Wij ontvouwden de kaart om de route te bepalen.
- Zij ontvouwden de historische achtergrond van het verhaal.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontplooien with some of the pronouns.
- Ik heb mijn ideeën volledig ontvouwd.
- Jij hebt je talenten succesvol ontvouwd.
- Hij heeft zijn strategie nauwkeurig ontvouwd.
- Wij hebben onze plannen zorgvuldig ontvouwd.
- Zij hebben hun innovatieve concepten volledig ontvouwd.