ontsteken

Conjugations List of Ontsteken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontsteekontstakheb ontstoken
jij, je, uontsteektontstakhebt ontstoken
hij, zij, hetontsteektontstakheeft ontstoken
wijontstekenontstakenhebben ontstoken
jullieontstekenontstakenhebben ontstoken
zij, zeontstekenontstakenhebben ontstoken