ontwormen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontworm | ontwormde | heb ontwormd |
jij, je, u | ontwormt | ontwormde | hebt ontwormd |
hij, zij, het | ontwormt | ontwormde | heeft ontwormd |
wij | ontwormen | ontwormden | hebben ontwormd |
jullie | ontwormen | ontwormden | hebben ontwormd |
zij, ze | ontwormen | ontwormden | hebben ontwormd |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontwormen with some of the pronouns.
- Ik ontworm
- Jij ontwormt
- Hij/Zij/Het ontwormt
- Wij ontwormen
- Jullie ontwormen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontwormen with some of the pronouns.
- Ik ontwormde
- Jij ontwormde
- Hij/Zij/Het ontwormde
- Wij ontwormden
- Jullie ontwormden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontwormen with some of the pronouns.
- Ik heb ontwormd
- Jij hebt ontwormd
- Hij/Zij/Het heeft ontwormd
- Wij hebben ontwormd
- Jullie hebben ontwormd