oormerken

Conjugations List of Oormerken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikoormerkoormerkteheb geoormerkt
jij, je, uoormerktoormerktehebt geoormerkt
hij, zij, hetoormerktoormerkteheeft geoormerkt
wijoormerkenoormerktenhebben geoormerkt
jullieoormerkenoormerktenhebben geoormerkt
zij, zeoormerkenoormerktenhebben geoormerkt

Presens

Example presens sentences for Oormerken with some of the pronouns.

  • Ik oormerk de koeien op de boerderij.
  • Jij oormerkt je documenten zorgvuldig.
  • Hij oormerkt de belangrijke dossiers voor archivering.
  • Wij oormerken de pakketten voordat ze worden verzonden.
  • Zij oormerken de bomen in het bos om ze te kunnen volgen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Oormerken with some of the pronouns.

  • Vroeger oormerkte ik de koeien op de boerderij.
  • Jij oormerkte je documenten altijd zorgvuldig.
  • Hij oormerkte de belangrijke dossiers voor archivering.
  • Wij oormerkten de pakketten voordat ze werden verzonden.
  • Zij oormerkten de bomen in het bos om ze te kunnen volgen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Oormerken with some of the pronouns.

  • Ik heb de koeien op de boerderij oormerkt.
  • Jij hebt je documenten zorgvuldig oormerkt.
  • Hij heeft de belangrijke dossiers oormerkt voor archivering.
  • Wij hebben de pakketten oormerkt voordat ze werden verzonden.
  • Zij hebben de bomen in het bos oormerkt om ze te kunnen volgen.