opensmijten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | smijt open | smeet open | heb opengesmeten |
jij, je, u | smijt open | smeet open | hebt opengesmeten |
hij, zij, het | smijt open | smeet open | heeft opengesmeten |
wij | smijten open | smeten open | hebben opengesmeten |
jullie | smijten open | smeten open | hebben opengesmeten |
zij, ze | smijten open | smeten open | hebben opengesmeten |
PresensBeta
Example presens sentences for Opensmijten with some of the pronouns.
- Ik gooi de deur open.
- Jij smijt de tas op tafel.
- Hij/zij gooit alle spullen in de lucht.
- Wij gooien de ballen ver weg.
- Jullie smijten met modder.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Opensmijten with some of the pronouns.
- Ik smeet de deur open.
- Jij gooide de tas op tafel.
- Hij/zij smeet alle spullen in de lucht.
- Wij gooiden de ballen ver weg.
- Jullie smeten met modder.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Opensmijten with some of the pronouns.
- Ik heb de deur opengegooid.
- Jij hebt de tas op tafel gesmeten.
- Hij/zij heeft alle spullen in de lucht gegooid.
- Wij hebben de ballen ver weggegooid.
- Jullie hebben met modder gesmeten.