opensperren

Conjugations List of Opensperren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksper opensperde openheb opengesperd
jij, je, uspert opensperde openhebt opengesperd
hij, zij, hetspert opensperde openheeft opengesperd
wijsperren opensperden openhebben opengesperd
julliesperren opensperden openhebben opengesperd
zij, zesperren opensperden openhebben opengesperd

Presens
Beta

Example presens sentences for Opensperren with some of the pronouns.

  • Ik sperr de deur open.
  • Jij sperrt de poort open.