openstellen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stel open | stelde open | heb opengesteld |
jij, je, u | stelt open | stelde open | hebt opengesteld |
hij, zij, het | stelt open | stelde open | heeft opengesteld |
wij | stellen open | stelden open | hebben opengesteld |
jullie | stellen open | stelden open | hebben opengesteld |
zij, ze | stellen open | stelden open | hebben opengesteld |
PresensBeta
Example presens sentences for Openstellen with some of the pronouns.
- Ik stel de deur open voor bezoekers.
- Jij stelt je huis open voor een feestje.
- Hij/zij/het stelt zich beschikbaar voor vragen.
- Wij stellen de mogelijkheden open voor nieuwe leden.
- Jullie stellen jezelf open voor kritiek.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Openstellen with some of the pronouns.
- Vroeger stelde ik de deur open voor bezoekers.
- Toen stelde jij je huis open voor een feestje.
- Hij/zij/het stelde zich vroeger beschikbaar voor vragen.
- Wij stelden vroeger de mogelijkheden open voor nieuwe leden.
- Jullie stelden jezelf vroeger open voor kritiek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Openstellen with some of the pronouns.
- Ik heb de deur opengesteld voor bezoekers.
- Jij hebt je huis opengesteld voor een feestje.
- Hij/zij/het heeft zich beschikbaar gesteld voor vragen.
- Wij hebben de mogelijkheden opengesteld voor nieuwe leden.
- Jullie hebben jezelf opengesteld voor kritiek.