opkijken

Conjugations List of Opkijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkijk opkeek opheb opgekeken
jij, je, ukijkt opkeek ophebt opgekeken
hij, zij, hetkijkt opkeek opheeft opgekeken
wijkijken opkeken ophebben opgekeken
julliekijken opkeken ophebben opgekeken
zij, zekijken opkeken ophebben opgekeken

Presens
Beta

Example presens sentences for Opkijken with some of the pronouns.

  • Ik kijk op naar de sterren.
  • Wij kijken op tegen onze concurrenten.
  • Jij kijkt op naar je oudere broer.
  • Zij kijken op tegen hun leraar.
  • Hij kijkt op naar zijn vader.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opkijken with some of the pronouns.

  • Ik keek op naar mijn grootouders.
  • Wij keken op tegen de berg die voor ons lag.
  • Jij keek op naar de helden in de film.
  • Zij keken op tegen de beroemde schilder.
  • Hij keek op naar zijn favoriete voetballer.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opkijken with some of the pronouns.

  • Ik heb opgekeken naar de resultaten van het onderzoek.
  • Wij hebben opgekeken tegen de uitdagingen van het project.
  • Jij hebt opgekeken naar de prestaties van het team.
  • Zij hebben opgekeken tegen de moeilijkheden van de taak.
  • Hij heeft opgekeken naar de prenten in het boek.