oplaaien

Conjugations List of Oplaaien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklaai oplaaide opheb opgelaaid
jij, je, ulaait oplaaide ophebt opgelaaid
hij, zij, hetlaait oplaaide opheeft opgelaaid
wijlaaien oplaaiden ophebben opgelaaid
jullielaaien oplaaiden ophebben opgelaaid
zij, zelaaien oplaaiden ophebben opgelaaid

Presens
Beta

Example presens sentences for Oplaaien with some of the pronouns.

  • De ruzie laait weer op tussen de buren.
  • Het vuur oplaait in de open haard.
  • De discussie laait hevig op tijdens de vergadering.
  • De passie voor muziek laait op bij het concert.
  • De spanning laait op vlak voor de wedstrijd.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Oplaaien with some of the pronouns.

  • Het conflict laaide geregeld op in het verleden.
  • Toen ik klein was, laaide mijn fascinatie voor dinosaurussen op.
  • De strijd laaide hevig op gedurende de oorlogsjaren.
  • De liefde tussen hen laaide kortstondig op en doofde langzaam uit.
  • Tijdens de storm laaiden de golven hoog op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Oplaaien with some of the pronouns.

  • De brand is vorige week opgelaaid en heeft veel schade veroorzaakt.
  • De conflicten zijn herhaaldelijk opgelaaid tussen de groepen.
  • Mijn interesse voor kunst is jaren geleden opgelaaid.
  • Het geweld is plotseling opgelaaid tijdens het protest.
  • De populariteit van het evenement is snel opgelaaid na de aankondiging.