argwanen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | argwaan | argwaande | heb geargwaand |
jij, je, u | argwaant | argwaande | hebt geargwaand |
hij, zij, het | argwaant | argwaande | heeft geargwaand |
wij | argwanen | argwaanden | hebben geargwaand |
jullie | argwanen | argwaanden | hebben geargwaand |
zij, ze | argwanen | argwaanden | hebben geargwaand |
PresensBeta
Example presens sentences for Argwanen with some of the pronouns.
- Ik argwaan dat hij de waarheid verbergt.
- Jij argwaant dat ze iets te verbergen heeft.
- Hij/zij argwaant dat het een valstrik is.
- Wij argwanen hun bedoelingen.
- Jullie argwanen dat er iets niet klopt.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Argwanen with some of the pronouns.
- Ik argwaande altijd zijn motieven.
- Jij argwaande vroeger alles en iedereen.
- Hij/zij argwaande vaak onterecht.
- Wij argwaanden dat er iets niet pluis was.
- Jullie argwaanden dat er een verborgen agenda was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Argwanen with some of the pronouns.
- Ik heb argwanend gekeken naar zijn gedrag.
- Jij hebt argwanend gereageerd op haar opmerkingen.
- Hij/zij heeft argwanend geluisterd naar hun verhaal.
- Wij hebben argwanend gereageerd op hun voorstel.
- Jullie hebben argwanend gekeken naar de nieuwe medewerker.