opschrijven

Conjugations List of Opschrijven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschrijf opschreef opheb opgeschreven
jij, je, uschrijft opschreef ophebt opgeschreven
hij, zij, hetschrijft opschreef opheeft opgeschreven
wijschrijven opschreven ophebben opgeschreven
jullieschrijven opschreven ophebben opgeschreven
zij, zeschrijven opschreven ophebben opgeschreven

Presens
Beta

Example presens sentences for Opschrijven with some of the pronouns.

  • Ik schrijf mijn gedachten op in een dagboek.
  • Hij schrijft zijn boodschappenlijstje op een stuk papier.
  • Wij schrijven belangrijke notities op tijdens de vergadering.
  • Jullie schrijven je huiswerk altijd netjes op.
  • De studenten schrijven aantekeningen op in hun collegeblok.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opschrijven with some of the pronouns.

  • Vroeger schreef ik mijn dromen altijd op in een dagboek.
  • Hij schreef zijn gevoelens neer in een lang gedicht.
  • Wij schreven elke week een samenvatting van de les op.
  • Jullie schreven vroeger brieven naar elkaar.
  • De kinderen schreven verhalen op en lazen ze voor aan de klas.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opschrijven with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn ideeën opgeschreven in mijn notitieboekje.
  • Hij heeft zijn adres op een briefje geschreven.
  • Wij hebben de afspraken opgeschreven in onze agenda.
  • Jullie hebben de telefoonnummers opgeschreven op een papiertje.
  • De journalisten hebben de belangrijke informatie opgeschreven in hun notitieblokken.