opwinden

Conjugations List of Opwinden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwind opwond opheb opgewonden
jij, je, uwindt opwond ophebt opgewonden
hij, zij, hetwindt opwond opheeft opgewonden
wijwinden opwonden ophebben opgewonden
julliewinden opwonden ophebben opgewonden
zij, zewinden opwonden ophebben opgewonden

Presens
Beta

Example presens sentences for Opwinden with some of the pronouns.

  • Ik wind me op over de verkeersdrukte.
  • Jij windt je op als het regent.
  • Hij windt zich op voor zijn belangrijke presentatie.
  • Wij winden ons op over de slechte resultaten.
  • Zij winden zich op over de hoge prijzen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opwinden with some of the pronouns.

  • Ik windde me op toen ik te laat was.
  • Jij windde je op tijdens de discussie.
  • Hij wond zich op over het gebrek aan steun.
  • Wij wonden ons op over de onrechtvaardigheid.
  • Zij wonden zich op door de luidruchtige buren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opwinden with some of the pronouns.

  • Ik heb me opgewonden tijdens het concert.
  • Jij hebt je opgewonden over het nieuws.
  • Hij heeft zich opgewonden na het verlies van zijn team.
  • Wij hebben ons opgewonden over de lange wachttijd.
  • Zij hebben zich opgewonden toen ze de waarheid ontdekten.