organiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | organiseer | organiseerde | heb georganiseerd |
jij, je, u | organiseert | organiseerde | hebt georganiseerd |
hij, zij, het | organiseert | organiseerde | heeft georganiseerd |
wij | organiseren | organiseerden | hebben georganiseerd |
jullie | organiseren | organiseerden | hebben georganiseerd |
zij, ze | organiseren | organiseerden | hebben georganiseerd |
Presens
Example presens sentences for Organiseren with some of the pronouns.
- Ik organiseer een feest voor mijn verjaardag.
- Mijn vriendin en ik organiseren een vakantie naar Frankrijk.
- De school organiseert regelmatig evenementen voor de studenten.
- Wij organiseren een vergadering om de nieuwe strategie te bespreken.
- Hij organiseert een benefietconcert om geld in te zamelen voor het goede doel.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Organiseren with some of the pronouns.
- Vroeger organiseerde ik regelmatig concerten in mijn buurt.
- Toen ik jonger was, organiseerden we vaak picknicks in het park.
- Het bedrijf organiseerde jaarlijks een kerstfeest voor alle werknemers.
- Tijdens mijn studietijd organiseerden we regelmatig protesten tegen bezuinigingen.
- In die periode organiseerde de gemeente veel culturele evenementen.
Perfectum
Example perfectum sentences for Organiseren with some of the pronouns.
- Ik heb een conferentie georganiseerd vorige maand.
- We hebben een succesvolle campagne georganiseerd om bewustzijn te creëren.
- Het bedrijf heeft een teambuildingsevenement georganiseerd voor haar medewerkers.
- Zij hebben een kunsttentoonstelling georganiseerd in het lokale museum.
- De organisatie heeft een gala-avond georganiseerd ter ere van haar jubileum.