weerspiegelen

Conjugations List of Weerspiegelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikweerspiegelweerspiegeldeheb weerspiegeld
jij, je, uweerspiegeltweerspiegeldehebt weerspiegeld
hij, zij, hetweerspiegeltweerspiegeldeheeft weerspiegeld
wijweerspiegelenweerspiegeldenhebben weerspiegeld
jullieweerspiegelenweerspiegeldenhebben weerspiegeld
zij, zeweerspiegelenweerspiegeldenhebben weerspiegeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Weerspiegelen with some of the pronouns.

  • De glinsterende sterren weerspiegelen in het stille water.
  • Mijn emoties weerspiegelen mijn innerlijke strijd.
  • De schilderijen in het museum weerspiegelen de rijke cultuur van het land.
  • Haar gedichten weerspiegelen haar diepste gevoelens.
  • De keuzes die we maken weerspiegelen wie we werkelijk zijn.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Weerspiegelen with some of the pronouns.

  • De zonnestralen weerspiegelden op de kalme oceaan.
  • Vroeger weerspiegelde dit huis de schoonheid van de architectuur uit die tijd.
  • Toen ik jong was, weerspiegelde mijn kledingstijl mijn rebelse persoonlijkheid.
  • Het oude gebouw weerspiegelde de grandeur van vroegere tijden.
  • Elke stap die hij zette, weerspiegelde zijn vastberadenheid om te slagen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Weerspiegelen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn reflectie in de spiegel weerspiegeld.
  • Hij heeft zijn ervaringen in zijn boek weerspiegeld.
  • We hebben de maan zien weerspiegelen in het meer.
  • Ze heeft haar ouders trots weerspiegeld met haar prestaties.
  • Jullie hebben de diversiteit van de stad goed weerspiegeld in jullie onderzoek.