palaveren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | palaver | palaverde | heb gepalaverd |
jij, je, u | palavert | palaverde | hebt gepalaverd |
hij, zij, het | palavert | palaverde | heeft gepalaverd |
wij | palaveren | palaverden | hebben gepalaverd |
jullie | palaveren | palaverden | hebben gepalaverd |
zij, ze | palaveren | palaverden | hebben gepalaverd |
PresensBeta
Example presens sentences for Palaveren with some of the pronouns.
- Ik palaver
- Jij palavert
- Hij/Zij/Het palavert
- Wij palaveren
- Jullie palaveren
- Zij palaveren
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Palaveren with some of the pronouns.
- Ik palaverde
- Jij palaverde
- Hij/Zij/Het palaverde
- Wij palaverden
- Jullie palaverden
- Zij palaverden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Palaveren with some of the pronouns.
- Ik heb gepalaverd
- Jij hebt gepalaverd
- Hij/Zij/Het heeft gepalaverd
- Wij hebben gepalaverd
- Jullie hebben gepalaverd
- Zij hebben gepalaverd