pifpaffen

Conjugations List of Pifpaffen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpifpafpifpafteheb gepifpaft
jij, je, upifpaftpifpaftehebt gepifpaft
hij, zij, hetpifpaftpifpafteheeft gepifpaft
wijpifpaffenpifpaftenhebben gepifpaft
julliepifpaffenpifpaftenhebben gepifpaft
zij, zepifpaffenpifpaftenhebben gepifpaft

Presens

Example presens sentences for Pifpaffen with some of the pronouns.

  • Ik pifpaf
  • Jij pifpaft
  • Hij/Zij/Het pifpaft
  • Wij pifpaffen
  • Jullie pifpaffen
  • Zij pifpaffen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Pifpaffen with some of the pronouns.

  • Ik pifpafte
  • Jij pifpafte
  • Hij/Zij/Het pifpafte

Perfectum

Example perfectum sentences for Pifpaffen with some of the pronouns.

  • Ik heb gepifpaf
  • Jij hebt gepifpaf
  • Hij/Zij/Het heeft gepifpaf
  • Wij hebben gepifpaf
  • Jullie hebben gepifpaf
  • Zij hebben gepifpaf