uittillen

Conjugations List of Uittillen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktil uittilde uitheb uitgetild
jij, je, utilt uittilde uithebt uitgetild
hij, zij, hettilt uittilde uitheeft uitgetild
wijtillen uittilden uithebben uitgetild
jullietillen uittilden uithebben uitgetild
zij, zetillen uittilden uithebben uitgetild

Presens
Beta

Example presens sentences for Uittillen with some of the pronouns.

  • Ik til u op.
  • Jij tilt hem omhoog.
  • Hij/zij tilt het boek van de plank.
  • Wij tillen de zware koffer samen.
  • Jullie tillen de dozen naar de auto.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uittillen with some of the pronouns.

  • Ik tilde u op.
  • Jij tilde hem omhoog.
  • Hij/zij tilde het boek van de plank.
  • Wij tilden de zware koffer samen.
  • Jullie tilden de dozen naar de auto.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uittillen with some of the pronouns.

  • Ik heb u opgetild.
  • Jij hebt hem omhooggetild.
  • Hij/zij heeft het boek van de plank getild.
  • Wij hebben de zware koffer samen opgetild.
  • Jullie hebben de dozen naar de auto getild.