pionieren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | pionier | pionierde | heb gepionierd |
| jij, je, u | pioniert | pionierde | hebt gepionierd |
| hij, zij, het | pioniert | pionierde | heeft gepionierd |
| wij | pionieren | pionierden | hebben gepionierd |
| jullie | pionieren | pionierden | hebben gepionierd |
| zij, ze | pionieren | pionierden | hebben gepionierd |
Presens
Example presens sentences for Pionieren with some of the pronouns.
- Ik pionier in de technologiebranche.
- Jij pioniert met nieuwe ideeën.
- Hij/zij pioniert al jarenlang in de kunstwereld.
- Wij pionieren met duurzame energieoplossingen.
- Jullie pionieren op het gebied van onderwijsvernieuwing.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Pionieren with some of the pronouns.
- Vroeger pionierde ik in de muziekindustrie.
- Toen we jong waren, pionierden we met alternatieve energiebronnen.
- Hij/zij pionierde in de jaren '90 met internettoepassingen.
- In die periode pionierden wij in de medische sector.
- Jullie pionierden samen met andere visionairen in de architectuurwereld.
Perfectum
Example perfectum sentences for Pionieren with some of the pronouns.
- Ik heb gepionierd in de biotechnologie.
- Jij hebt nieuwe markten gepionierd.
- Hij/zij heeft succesvol gepionierd in de ruimtevaartsector.
- Wij hebben baanbrekend werk verricht en gepionierd op het gebied van nanotechnologie.
- Jullie hebben een nieuw bedrijfsmodel gepionierd.