plaatsnemen

Conjugations List of Plaatsnemen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikneem plaatsnam plaatsheb plaatsgenomen
jij, je, uneemt plaatsnam plaatshebt plaatsgenomen
hij, zij, hetneemt plaatsnam plaatsheeft plaatsgenomen
wijnemen plaatsnamen plaatshebben plaatsgenomen
jullienemen plaatsnamen plaatshebben plaatsgenomen
zij, zenemen plaatsnamen plaatshebben plaatsgenomen

Presens
Beta

Example presens sentences for Plaatsnemen with some of the pronouns.

  • Ik neem plaats in de trein.
  • Jij neemt plaats op de stoel.
  • Hij neemt plaats aan de tafel.
  • Wij nemen plaats in het theater.
  • Zij nemen plaats aan de balie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Plaatsnemen with some of the pronouns.

  • Ik nam plaats in de wachtkamer.
  • Jij nam plaats op het terras.
  • Hij nam plaats voor het raam.
  • Wij namen plaats in de bus.
  • Zij namen plaats aan de picknicktafel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Plaatsnemen with some of the pronouns.

  • Ik heb plaatsgenomen in de vergadering.
  • Jij hebt plaatsgenomen op de voorste rij.
  • Hij heeft plaatsgenomen achter het stuur.
  • Wij hebben plaatsgenomen in het restaurant.
  • Zij hebben plaatsgenomen aan de conferentietafel.