pleuren

Conjugations List of Pleuren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpleurpleurdeheb gepleurd
jij, je, upleurtpleurdehebt gepleurd
hij, zij, hetpleurtpleurdeheeft gepleurd
wijpleurenpleurdenhebben gepleurd
julliepleurenpleurdenhebben gepleurd
zij, zepleurenpleurdenhebben gepleurd

Presens

Example presens sentences for Pleuren with some of the pronouns.

  • Ik pleur
  • Jij pleurt
  • Hij/Zij pleurt
  • Wij/jullie/zij pleuren

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Pleuren with some of the pronouns.

  • Ik pleurde
  • Jij pleurde
  • Hij/Zij pleurde
  • Wij/jullie/zij pleurden

Perfectum

Example perfectum sentences for Pleuren with some of the pronouns.

  • Ik heb gepleurd
  • Jij hebt gepleurd
  • Hij/Zij heeft gepleurd
  • Wij/jullie/zij hebben gepleurd