ochtendmalen

Conjugations List of Ochtendmalen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikochtendmaalochtendmaaldeheb geochtendmaald
jij, je, uochtendmaaltochtendmaaldehebt geochtendmaald
hij, zij, hetochtendmaaltochtendmaaldeheeft geochtendmaald
wijochtendmalenochtendmaaldenhebben geochtendmaald
jullieochtendmalenochtendmaaldenhebben geochtendmaald
zij, zeochtendmalenochtendmaaldenhebben geochtendmaald

Presens
Beta

Example presens sentences for Ochtendmalen with some of the pronouns.

  • Ik ochtendmaal elke dag om 7 uur.
  • Jij ochtendmaalt vaak met volkoren brood.
  • Hij ochtendmaalt altijd met een kop koffie.
  • Wij ochtendmalen graag samen als familie.
  • Zij ochtendmalen gezond met yoghurt en fruit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ochtendmalen with some of the pronouns.

  • Vroeger ochtendmaalde ik altijd met cornflakes.
  • Jij ochtendmaalde vroeger met melk en suiker.
  • Hij ochtendmaalde elke dag met een croissant.
  • Wij ochtendmaalden regelmatig met een eitje.
  • Zij ochtendmaaldden toen ze nog thuis woonden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ochtendmalen with some of the pronouns.

  • Ik heb vanochtend ontbeten met een boterham.
  • Jij hebt al ochtendgemaald voordat ik wakker werd.
  • Hij heeft altijd ochtendgemalen in de keuken.
  • Wij hebben ochtendgemaald met versgemalen koffiebonen.
  • Zij hebben ochtendgemaald terwijl ze naar het nieuws luisterden.