portretteren

Conjugations List of Portretteren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikportretteerportretteerdeheb geportretteerd
jij, je, uportretteertportretteerdehebt geportretteerd
hij, zij, hetportretteertportretteerdeheeft geportretteerd
wijportretterenportretteerdenhebben geportretteerd
jullieportretterenportretteerdenhebben geportretteerd
zij, zeportretterenportretteerdenhebben geportretteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Portretteren with some of the pronouns.

  • Ik portretteer een beroemd persoon voor mijn kunstklas.
  • Jij portretteert je vrienden tijdens de tekenles.
  • Hij/zij/het portretteert landschappen met levendige kleuren.
  • Wij portretteren onszelf als gezin op een familiefoto.
  • Jullie portretteren historische figuren in jullie toneelstuk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Portretteren with some of the pronouns.

  • Vroeger portretteerde ik vaak mijn huisdieren.
  • Toen ik jong was, portretteerde ik mezelf als een superheld.
  • Hij/zij/het portretteerde het dagelijks leven in de stad.
  • Wij portretteerden natuurschoon in onze vroege werken.
  • Jullie portretteerden verschillende emoties in jullie schilderijen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Portretteren with some of the pronouns.

  • Ik heb een prachtig portret van mijn grootmoeder gemaakt.
  • Jij hebt de bloem perfect geportretteerd in je schilderij.
  • Hij/zij/het heeft een realistisch zelfportret geschilderd.
  • Wij hebben een artiest geportretteerd tijdens het concert.
  • Jullie hebben mooie portretten van de bruid en bruidegom geschoten.