potten

Conjugations List of Potten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpotpotteheb gepot
jij, je, upotpottehebt gepot
hij, zij, hetpotpotteheeft gepot
wijpottenpottenhebben gepot
julliepottenpottenhebben gepot
zij, zepottenpottenhebben gepot

Presens
Beta

Example presens sentences for Potten with some of the pronouns.

  • Ik pot
  • Jij poot
  • Hij/Zij pot
  • Wij/jullie/zij potten

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Potten with some of the pronouns.

  • Ik potte
  • Jij pootte
  • Hij/Zij potte
  • Wij/jullie/zij potten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Potten with some of the pronouns.

  • Ik heb gepot
  • Jij hebt gepoot
  • Hij/Zij heeft gepot
  • Wij/jullie/zij hebben gepot