proefvaren

Conjugations List of Proefvaren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvaar proefvaarde proefheb proefgevaren
jij, je, uvaart proefvaarde proefhebt proefgevaren
hij, zij, hetvaart proefvaarde proefheeft proefgevaren
wijvaren proefvaarden proefhebben proefgevaren
jullievaren proefvaarden proefhebben proefgevaren
zij, zevaren proefvaarden proefhebben proefgevaren

Presens
Beta

Example presens sentences for Proefvaren with some of the pronouns.

  • Ik proefvaar regelmatig om mijn vaardigheden te verbeteren.
  • Jij proefvaart altijd met veel enthousiasme.
  • Hij/zij proefvaart graag op de weekends.
  • Wij proefvaren vaak op de rivier.
  • Zij proefvaren momenteel in een nieuwe boot.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Proefvaren with some of the pronouns.

  • Ik proefvoerde vroeger vaak met mijn vrienden.
  • Jij proefvoer altijd graag toen je jong was.
  • Hij/zij proefvoer regelmatig tijdens zijn/haar vakanties.
  • Wij proefvoeren elke zomer op de Noordzee.
  • Zij proefvoerden gisteren in de stromende regen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Proefvaren with some of the pronouns.

  • Ik heb al eens geproefvaren op een zeilboot.
  • Jij hebt vorig jaar samen met mij geproefvaren.
  • Hij/zij heeft al meerdere keren geproefvaren in verschillende boten.
  • Wij hebben onlangs nog geproefvaren op het meer.
  • Zij hebben met succes geproefvaren voor hun examen.