verknechten

Conjugations List of Verknechten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverknechtverknechtteheb verknecht
jij, je, uverknechtverknechttehebt verknecht
hij, zij, hetverknechtverknechtteheeft verknecht
wijverknechtenverknechttenhebben verknecht
jullieverknechtenverknechttenhebben verknecht
zij, zeverknechtenverknechttenhebben verknecht

Presens
Beta

Example presens sentences for Verknechten with some of the pronouns.

  • Ik verknecht de tegenstander tijdens het spel.
  • Jij verknecht de regels van het bedrijf.
  • Hij verknecht zijn eigen kansen door slechte beslissingen te nemen.
  • Wij verknechten de natuur met onze vervuilende activiteiten.
  • Zij verknechten de werknemers met hun strenge eisen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verknechten with some of the pronouns.

  • Ik verknechtte de tegenstander tijdens het spel.
  • Jij verknechtte de regels van het bedrijf.
  • Hij verknechtte zijn eigen kansen door slechte beslissingen te nemen.
  • Wij verknechtten de natuur met onze vervuilende activiteiten.
  • Zij verknechtten de werknemers met hun strenge eisen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verknechten with some of the pronouns.

  • Ik heb de tegenstander verknecht tijdens het spel.
  • Jij hebt de regels van het bedrijf verknecht.
  • Hij heeft zijn eigen kansen verknecht door slechte beslissingen te nemen.
  • Wij hebben de natuur verknecht met onze vervuilende activiteiten.
  • Zij hebben de werknemers verknecht met hun strenge eisen.