professionaliseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | professionaliseer | professionaliseerde | heb geprofessionaliseerd |
jij, je, u | professionaliseert | professionaliseerde | hebt geprofessionaliseerd |
hij, zij, het | professionaliseert | professionaliseerde | heeft geprofessionaliseerd |
wij | professionaliseren | professionaliseerden | hebben geprofessionaliseerd |
jullie | professionaliseren | professionaliseerden | hebben geprofessionaliseerd |
zij, ze | professionaliseren | professionaliseerden | hebben geprofessionaliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Professionaliseren with some of the pronouns.
- Ik professionaliseer mijn lesmethoden.
- Jij professionaliseert je vaardigheden.
- Hij/Zij professionaliseert zijn/haar kennis.
- Wij professionaliseren onze aanpak.
- Jullie professionaliseren de organisatie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Professionaliseren with some of the pronouns.
- Ik professionaliseerde mijn lesmethoden.
- Jij professionaliseerde je vaardigheden.
- Hij/Zij professionaliseerde zijn/haar kennis.
- Wij professionaliseerden onze aanpak.
- Jullie professionaliseerden de organisatie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Professionaliseren with some of the pronouns.
- Ik heb mijn lesmethoden geprofessionaliseerd.
- Jij hebt je vaardigheden geprofessionaliseerd.
- Hij/Zij heeft zijn/haar kennis geprofessionaliseerd.
- Wij hebben onze aanpak geprofessionaliseerd.
- Jullie hebben de organisatie geprofessionaliseerd.