rechthouden

Conjugations List of Rechthouden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhou rechthield rechtheb rechtgehouden
jij, je, uhoudt rechthield rechthebt rechtgehouden
hij, zij, hethoudt rechthield rechtheeft rechtgehouden
wijhouden rechthielden rechthebben rechtgehouden
julliehouden rechthielden rechthebben rechtgehouden
zij, zehouden rechthielden rechthebben rechtgehouden

Presens
Beta

Example presens sentences for Rechthouden with some of the pronouns.

  • Ik houd mijn recht in deze zaak.
  • Jij houdt je recht altijd stevig vast.
  • Hij/zij/het houdt zijn/haar/hun recht altijd in de gaten.
  • Wij houden ons recht met volle overtuiging.
  • Jullie houden jullie recht sterk verdedigd.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rechthouden with some of the pronouns.

  • Vroeger hield ik mijn recht altijd voor mezelf.
  • Toen hield jij je recht niet zo serieus in de gaten.
  • Hij/zij/het hield zijn/haar/hun recht vaak onbewust achter.
  • Wij hielden ons recht vroeger niet voldoende bij.
  • Jullie hielden jullie recht toen niet goed in ere.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rechthouden with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn recht goed in de gaten gehouden.
  • Jij hebt je recht succesvol verdedigd.
  • Hij/zij/het heeft zijn/haar/hun recht opgeëist.
  • Wij hebben ons recht met trots behouden.
  • Jullie hebben jullie recht dapper verdedigd.