rekwireren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | rekwireer | rekwireerde | heb gerekwireerd |
jij, je, u | rekwireert | rekwireerde | hebt gerekwireerd |
hij, zij, het | rekwireert | rekwireerde | heeft gerekwireerd |
wij | rekwireren | rekwireerden | hebben gerekwireerd |
jullie | rekwireren | rekwireerden | hebben gerekwireerd |
zij, ze | rekwireren | rekwireerden | hebben gerekwireerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Rekwireren with some of the pronouns.
- Ik rekwireer de documenten.
- Jij rekwireert de informatie.
- Hij/Zij/Het rekwireert een verklaring.
- Wij rekwireren de getuigen.
- Jullie rekwireren de bewijsstukken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rekwireren with some of the pronouns.
- Ik rekwireerde altijd de benodigde informatie.
- Jij rekwireerde vaak de juiste documenten.
- Hij/Zij/Het rekwireerde regelmatig getuigenverklaringen.
- Wij rekwireerden vroeger de relevante gegevens.
- Jullie rekwireerden tijdens het proces de nodige bewijsstukken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rekwireren with some of the pronouns.
- Ik heb gerekwireerd voor de zaak.
- Jij hebt de documenten gerekwireerd.
- Hij/Zij/Het heeft een verklaring gerekwireerd.
- Wij hebben getuigen gerekwireerd.
- Jullie hebben de bewijsstukken gerekwireerd.