resumeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | resumeer | resumeerde | heb geresumeerd |
jij, je, u | resumeert | resumeerde | hebt geresumeerd |
hij, zij, het | resumeert | resumeerde | heeft geresumeerd |
wij | resumeren | resumeerden | hebben geresumeerd |
jullie | resumeren | resumeerden | hebben geresumeerd |
zij, ze | resumeren | resumeerden | hebben geresumeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Resumeren with some of the pronouns.
- Ik resumeer de belangrijkste punten van de presentatie.
- Jij resumed de lesstof regelmatig om het goed te begrijpen.
- Hij/Zij resumeert de vergadering voor de collega's.
- Wij resumeren de inhoud van het boek in onze samenvatting.
- Jullie resumeren de resultaten van het onderzoek in een rapport.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Resumeren with some of the pronouns.
- Vroeger resumeerde ik altijd na het lezen van een boek.
- Toen ik op school zat, resumeerde mijn leraar regelmatig de lessen.
- Hij/Zij resumeerde vroeger vaak tijdens presentaties.
- Wij resumeerden de gebeurtenissen van de dag tijdens het avondeten.
- Jullie resumeerden de inhoud van de vorige les voordat jullie aan de nieuwe begonnen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Resumeren with some of the pronouns.
- Ik heb geresumeerd nadat ik alle informatie had verzameld.
- Jij hebt de hoofdpunten van het artikel geresumeerd.
- Hij/Zij heeft de conclusies van het experiment geresumeerd.
- Wij hebben de discussie kort geresumeerd aan het einde van de bijeenkomst.
- Jullie hebben de belangrijkste details van de film geresumeerd.