rolleren

Conjugations List of Rolleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrolleerrolleerdeheb gerolleerd
jij, je, urolleertrolleerdehebt gerolleerd
hij, zij, hetrolleertrolleerdeheeft gerolleerd
wijrollerenrolleerdenhebben gerolleerd
jullierollerenrolleerdenhebben gerolleerd
zij, zerollerenrolleerdenhebben gerolleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Rolleren with some of the pronouns.

  • Ik roller
  • Jij rollert
  • Hij/Zij/Het rollerert
  • Wij rolleren
  • Jullie rolleren

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rolleren with some of the pronouns.

  • Ik rollerde
  • Jij rollerde
  • Hij/Zij/Het rollerde
  • Wij rollerden
  • Jullie rollerden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rolleren with some of the pronouns.

  • Ik heb gerollererd
  • Jij hebt gerollererd
  • Hij/Zij/Het heeft gerollererd
  • Wij hebben gerollererd
  • Jullie hebben gerollererd