meevragen

Conjugations List of Meevragen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvraag meevroeg meeheb meegevraagd
jij, je, uvraagt meevroeg meehebt meegevraagd
hij, zij, hetvraagt meevroeg meeheeft meegevraagd
wijvragen meevroegen meehebben meegevraagd
jullievragen meevroegen meehebben meegevraagd
zij, zevragen meevroegen meehebben meegevraagd

Presens
Beta

Example presens sentences for Meevragen with some of the pronouns.

  • Ik vraag je mee naar het feest.
  • Vraag je meewerkers altijd om hulp als je het nodig hebt.
  • Hij vraagt zijn vriendin mee uit eten.
  • Vragen jullie je buurman mee naar de film?
  • Laten we onze kinderen meevragen naar het park.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Meevragen with some of the pronouns.

  • Ik vroeg je altijd mee naar de stad.
  • Vroegen zij hun familieleden mee op het uitje?
  • Hij vroeg zijn zusje mee naar de bioscoop.
  • Vroeg je je collega's mee naar de vergadering?
  • We vroegen onze buren mee naar ons feestje.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Meevragen with some of the pronouns.

  • Ik heb je vorige week meegevraagd, maar je kon niet.
  • Heeft hij zijn ouders meegevraagd naar de bruiloft?
  • Wij hebben onze buren meegevraagd op vakantie.
  • Hebben jullie je vrienden meegevraagd naar het concert?
  • Ze heeft haar collega's meegevraagd voor een borrel.