rotzooien

Conjugations List of Rotzooien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrotzooirotzooideheb gerotzooid
jij, je, urotzooitrotzooidehebt gerotzooid
hij, zij, hetrotzooitrotzooideheeft gerotzooid
wijrotzooienrotzooidenhebben gerotzooid
jullierotzooienrotzooidenhebben gerotzooid
zij, zerotzooienrotzooidenhebben gerotzooid

Presens
Beta

Example presens sentences for Rotzooien with some of the pronouns.

  • Ik rotzooi vaak met mijn bureau.
  • Jij rotzooit altijd met je telefoon.
  • Hij/zij rotzooit nooit met zijn/haar spullen.
  • Wij rotzooien soms in de keuken.
  • Zij rotzooien regelmatig met de computer.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Rotzooien with some of the pronouns.

  • Vroeger rotzooiden we vaak in het park.
  • Toen ik jong was, rotzooiden we veel met verf.
  • Elke zomer rotzooiden zij met waterballonnen.
  • Gisterenmiddag rotzooiden jullie met muziekinstrumenten.
  • Tijdens de vakantie rotzooiden ze met allerlei nieuwe gerechten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Rotzooien with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren gerotzooid met mijn vrienden.
  • Jij hebt al eerder gerotzooid op die plek.
  • Hij/zij heeft veel gerotzooid tijdens zijn/haar studententijd.
  • Wij hebben samen veel gerotzooid in de tuin.
  • Zij hebben vorige week flink gerotzooid met de planning.