samenballen

Conjugations List of Samenballen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbal samenbalde samenheb samengebald
jij, je, ubalt samenbalde samenhebt samengebald
hij, zij, hetbalt samenbalde samenheeft samengebald
wijballen samenbalden samenhebben samengebald
jullieballen samenbalden samenhebben samengebald
zij, zeballen samenbalden samenhebben samengebald

Presens
Beta

Example presens sentences for Samenballen with some of the pronouns.

  • Ik bal mijn handen samen.
  • Jij perst je vuisten samen.
  • Hij/Zij knijpt haar ogen samen.
  • Wij drukken de stof samen.
  • Jullie vormen een bal door de klei samen te ballen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Samenballen with some of the pronouns.

  • Ik balde mijn handen samen.
  • Jij perste je vuisten samen.
  • Hij/Zij kneep haar ogen samen.
  • Wij drukten de stof samen.
  • Jullie vormden een bal door de klei samen te ballen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Samenballen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn handen samengebald.
  • Jij hebt je vuisten samengeperst.
  • Hij/Zij heeft haar ogen samengeknepen.
  • Wij hebben de stof samengedrukt.
  • Jullie hebben een bal gevormd door de klei samen te ballen.