samendringen

Conjugations List of Samendringen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdring samendrong samenben samengedrongen
jij, je, udringt samendrong samenbent samengedrongen
hij, zij, hetdringt samendrong samenis samengedrongen
wijdringen samendrongen samenzijn samengedrongen
julliedringen samendrongen samenzijn samengedrongen
zij, zedringen samendrongen samenzijn samengedrongen

Presens
Beta

Example presens sentences for Samendringen with some of the pronouns.

  • Ik dring samen met mijn vrienden.
  • Jij dringt samen in de keuken.
  • Hij/Zij dringt samen aan op verandering.
  • Wij dringen samen door tot de finale.
  • Jullie dringen samen aan op betere arbeidsvoorwaarden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Samendringen with some of the pronouns.

  • Ik drong samen met mijn vrienden aan.
  • Jij drong samen in de keuken aan.
  • Hij/Zij drong samen aan op verandering.
  • Wij drongen samen door tot de finale.
  • Jullie drongen samen aan op betere arbeidsvoorwaarden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Samendringen with some of the pronouns.

  • Ik ben samen gedrongen met mijn vrienden.
  • Jij bent samen gedrongen in de keuken.
  • Hij/Zij is samen aangedrongen op verandering.
  • Wij zijn samen doorgedrongen tot de finale.
  • Jullie zijn samen aangedrongen op betere arbeidsvoorwaarden.