toevliegen

Conjugations List of Toevliegen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvlieg toevloog toeben toegevlogen
jij, je, uvliegt toevloog toebent toegevlogen
hij, zij, hetvliegt toevloog toeis toegevlogen
wijvliegen toevlogen toezijn toegevlogen
jullievliegen toevlogen toezijn toegevlogen
zij, zevliegen toevlogen toezijn toegevlogen

Presens
Beta

Example presens sentences for Toevliegen with some of the pronouns.

  • Vogels vliegen naar het zuiden in de winter.
  • De vlinders vliegen van bloem naar bloem.
  • Ik vlieg morgen naar Spanje voor mijn vakantie.
  • De helikopter vliegt over de stad.
  • De tijd vliegt als je plezier hebt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Toevliegen with some of the pronouns.

  • De vogel vloog naar het zuiden tijdens de winter.
  • De vlinders vlogen van bloem naar bloem.
  • Ik vloog vorig jaar naar Spanje voor mijn vakantie.
  • De helikopter vloog over de stad.
  • De tijd vloog voorbij terwijl we plezier hadden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Toevliegen with some of the pronouns.

  • De vogel is naar het zuiden gevlogen tijdens de winter.
  • De vlinders zijn van bloem naar bloem gevlogen.
  • Ik ben gisteren naar Spanje gevlogen voor mijn vakantie.
  • De helikopter is over de stad gevlogen.
  • De tijd is voorbijgevlogen terwijl we plezier hadden.