incorporeren

Conjugations List of Incorporeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikincorporeerincorporeerdeheb geïncorporeerd
jij, je, uincorporeertincorporeerdehebt geïncorporeerd
hij, zij, hetincorporeertincorporeerdeheeft geïncorporeerd
wijincorporerenincorporeerdenhebben geïncorporeerd
jullieincorporerenincorporeerdenhebben geïncorporeerd
zij, zeincorporerenincorporeerdenhebben geïncorporeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Incorporeren with some of the pronouns.

  • Ik incorporeer nieuwe ideeën in mijn lessen.
  • Jij incorporeert graag technologie in je werk.
  • Hij/zij/het incorporeert regelmatig oefeningen in de lesstof.
  • Wij incorporeren verschillende culturele aspecten in het curriculum.
  • Jullie incorporeren vaak interactieve activiteiten in de klas.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Incorporeren with some of the pronouns.

  • Vroeger incorporeerde ik traditionele leermiddelen in mijn lessen.
  • Jij incorporeerde vroeger minder interactieve elementen in je onderwijs.
  • Hij/zij/het incorporeerde vaak audiovisuele middelen in zijn/haar lessen.
  • Wij incorporeerden regelmatig gastdocenten in onze cursussen.
  • Jullie incorporeerden vroeger meer klassikale instructie in jullie lessen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Incorporeren with some of the pronouns.

  • Ik heb nieuwe methoden geïncorporeerd in mijn lespraktijk.
  • Jij hebt al enige tijd digitale leermiddelen geïncorporeerd.
  • Hij/zij/het heeft de feedback van studenten geïncorporeerd in zijn/haar aanpak.
  • Wij hebben recent onderzoek bevindingen geïncorporeerd in ons lesmateriaal.
  • Jullie hebben succesvolle strategieën geïncorporeerd in jullie onderwijsmethoden.