samenkoeken

Conjugations List of Samenkoeken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkoek samenkoekte samenben samengekoekt
jij, je, ukoekt samenkoekte samenbent samengekoekt
hij, zij, hetkoekt samenkoekte samenis samengekoekt
wijkoeken samenkoekten samenzijn samengekoekt
julliekoeken samenkoekten samenzijn samengekoekt
zij, zekoeken samenkoekten samenzijn samengekoekt

Presens

Example presens sentences for Samenkoeken with some of the pronouns.

  • Ik samenkoek.
  • Jij samenkoekt.
  • Hij/Zij samenkoekt.
  • Wij samenkoeken.
  • Jullie samenkoeken.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Samenkoeken with some of the pronouns.

  • Ik samenkoekte.
  • Jij samenkoekte.
  • Hij/Zij samenkoekte.
  • Wij samenkoekten.
  • Jullie samenkoekten.

Perfectum

Example perfectum sentences for Samenkoeken with some of the pronouns.

  • Ik heb samenkoek gemaakt.
  • Jij hebt samenkoek gemaakt.
  • Hij/Zij heeft samenkoek gemaakt.
  • Wij hebben samenkoek gemaakt.
  • Jullie hebben samenkoek gemaakt.