schandaliseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schandaliseer | schandaliseerde | heb geschandaliseerd |
jij, je, u | schandaliseert | schandaliseerde | hebt geschandaliseerd |
hij, zij, het | schandaliseert | schandaliseerde | heeft geschandaliseerd |
wij | schandaliseren | schandaliseerden | hebben geschandaliseerd |
jullie | schandaliseren | schandaliseerden | hebben geschandaliseerd |
zij, ze | schandaliseren | schandaliseerden | hebben geschandaliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Schandaliseren with some of the pronouns.
- Ik schandaliseer de samenleving met mijn gedrag.
- Jij schandaliseert de mensen met je uitspraken.
- Hij schandaliseert de media met zijn onthullingen.
- Wij schandaliseren de politiek met onze protesten.
- Zij schandaliseren de kunstwereld met hun radicale exposities.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Schandaliseren with some of the pronouns.
- Ik schandaliseerde de samenleving met mijn gedrag.
- Jij schandaliseerde de mensen met je uitspraken.
- Hij schandaliseerde de media met zijn onthullingen.
- Wij schandaliseerden de politiek met onze protesten.
- Zij schandaliseerden de kunstwereld met hun radicale exposities.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Schandaliseren with some of the pronouns.
- Ik heb de samenleving geschandaliseerd met mijn gedrag.
- Jij hebt de mensen geschandaliseerd met je uitspraken.
- Hij heeft de media geschandaliseerd met zijn onthullingen.
- Wij hebben de politiek geschandaliseerd met onze protesten.
- Zij hebben de kunstwereld geschandaliseerd met hun radicale exposities.