schroeien

Conjugations List of Schroeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschroeischroeideheb geschroeid
jij, je, uschroeitschroeidehebt geschroeid
hij, zij, hetschroeitschroeideheeft geschroeid
wijschroeienschroeidenhebben geschroeid
jullieschroeienschroeidenhebben geschroeid
zij, zeschroeienschroeidenhebben geschroeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Schroeien with some of the pronouns.

  • Ik schroei het vlees op de barbecue.
  • Jij schroeit je hand aan de hete pan.
  • Hij schroeit zijn naam in het hout.
  • Zij schroeien het onkruid in de tuin weg.
  • Wij schroeien de randen van het papier met een kaars.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Schroeien with some of the pronouns.

  • Ik schroeide het vlees op de barbecue.
  • Jij schroeide je hand aan de hete pan.
  • Hij schroeide zijn naam in het hout.
  • Zij schroeiden het onkruid in de tuin weg.
  • Wij schroeiden de randen van het papier met een kaars.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Schroeien with some of the pronouns.

  • Ik heb het vlees op de barbecue geschroeid.
  • Jij hebt je hand aan de hete pan geschroeid.
  • Hij heeft zijn naam in het hout geschroeid.
  • Zij hebben het onkruid in de tuin weggeschroeid.
  • Wij hebben de randen van het papier met een kaars geschroeid.