schuddekoppen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schuddekop | schuddekopte | heb geschuddekopt |
jij, je, u | schuddekopt | schuddekopte | hebt geschuddekopt |
hij, zij, het | schuddekopt | schuddekopte | heeft geschuddekopt |
wij | schuddekoppen | schuddekopten | hebben geschuddekopt |
jullie | schuddekoppen | schuddekopten | hebben geschuddekopt |
zij, ze | schuddekoppen | schuddekopten | hebben geschuddekopt |
PresensBeta
Example presens sentences for Schuddekoppen with some of the pronouns.
- De kinderen schuddekoppen als ze iets niet lekker vinden.
- Ik schuddekop altijd als ik een slechte mop hoor.
- Jullie schuddekonten vrolijk mee op de muziek.
- De aapjes schuddekoppen in de dierentuin.
- We schuddekoppen met verbazing toen we het nieuws hoorden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Schuddekoppen with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, schuddekont ik altijd als ik boos was.
- Ze schuddekonten terwijl ze naar de komedieshow keken.
- Hij schuddekopte elke keer als hij een verkeerd antwoord gaf.
- We schuddekonten vroeger vaak op feestjes.
- Jullie schuddekopten tijdens de hele presentatie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Schuddekoppen with some of the pronouns.
- Ik heb geschuddekopt toen ik die rare opmerking hoorde.
- Hij heeft geschuddekopt nadat hij de grappige video had gezien.
- We hebben geschuddekont toen we elkaar weer zagen.
- Jullie hebben geschuddekopt om zijn domme fout.
- De studenten hebben geschuddekont tijdens het toneelstuk.