smiespelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | smiespel | smiespelde | heb gesmiespeld |
jij, je, u | smiespelt | smiespelde | hebt gesmiespeld |
hij, zij, het | smiespelt | smiespelde | heeft gesmiespeld |
wij | smiespelen | smiespelden | hebben gesmiespeld |
jullie | smiespelen | smiespelden | hebben gesmiespeld |
zij, ze | smiespelen | smiespelden | hebben gesmiespeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Smiespelen with some of the pronouns.
- Ik smiespel met mijn vrienden over onze geheime plannen.
- Jij smiespelt altijd zo mysterieus wanneer je iets verbergt.
- Hij smiespelt graag over zijn avonturen tijdens de vakantie.
- Zij smiespelen over de roddels die ze hebben gehoord.
- Wij smiespelen stiekem over de verrassing voor onze ouders.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Smiespelen with some of the pronouns.
- Ik smiespelde met mijn vrienden over onze geheime plannen.
- Jij smiespelde altijd zo mysterieus wanneer je iets verborg.
- Hij smiespelde graag over zijn avonturen tijdens de vakantie.
- Zij smiespelden over de roddels die ze hadden gehoord.
- Wij smiespelden stiekem over de verrassing voor onze ouders.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Smiespelen with some of the pronouns.
- Ik heb gesmiespeld met mijn vrienden over onze geheime plannen.
- Jij hebt altijd zo mysterieus gesmiespeld wanneer je iets verborg.
- Hij heeft graag gesmiespeld over zijn avonturen tijdens de vakantie.
- Zij hebben gesmiespeld over de roddels die ze hadden gehoord.
- Wij hebben stiekem gesmiespeld over de verrassing voor onze ouders.