snierken

Conjugations List of Snierken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksnierksnierkteheb gesnierkt
jij, je, usnierktsnierktehebt gesnierkt
hij, zij, hetsnierktsnierkteheeft gesnierkt
wijsnierkensnierktenhebben gesnierkt
julliesnierkensnierktenhebben gesnierkt
zij, zesnierkensnierktenhebben gesnierkt

Presens

Example presens sentences for Snierken with some of the pronouns.

  • Ik snierk regelmatig tijdens mijn presentaties.
  • Hij snierkt altijd als hij gefrustreerd is.
  • Jullie snierken vaak over politiek.
  • De kat snierkt soms als hij tevreden is.
  • Wij snierken graag tijdens comedyshows.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Snierken with some of the pronouns.

  • Ik snierkte altijd als kind tijdens familiebijeenkomsten.
  • Hij snierkte gisteren nog toen hij zijn computerprobleem probeerde op te lossen.
  • Jullie snierkten vroeger regelmatig over de leraar.
  • De kat snierkte elke ochtend toen hij nog een kitten was.
  • Wij snierkten vaak tijdens onze studententijd.

Perfectum

Example perfectum sentences for Snierken with some of the pronouns.

  • Ik heb gesnierkt toen ik het slechte nieuws hoorde.
  • Hij heeft altijd gesnierkt wanneer hij in een discussie verwikkeld raakt.
  • Jullie hebben al vaak gesnierkt over zijn gekke gewoontes.
  • De kat heeft gisteravond gesnierkt toen hij zijn favoriete speeltje vond.
  • Wij hebben veel gesnierkt tijdens die hilarische film.