headbangen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | headbang | headbangde | heb geheadbangd |
| jij, je, u | headbangt | headbangde | hebt geheadbangd |
| hij, zij, het | headbangt | headbangde | heeft geheadbangd |
| wij | headbangen | headbangden | hebben geheadbangd |
| jullie | headbangen | headbangden | hebben geheadbangd |
| zij, ze | headbangen | headbangden | hebben geheadbangd |
PresensBeta
Example presens sentences for Headbangen with some of the pronouns.
- Ik headbang elke dag op mijn favoriete muziek.
- Jij headbangt mee tijdens het concert.
- Hij/Zij headbangt wild op het ritme van de drums.
- Wij headbangen samen met de band op het podium.
- Zij headbangen enthousiast tijdens de metalshow.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Headbangen with some of the pronouns.
- Vroeger headbangde ik altijd als ik naar heavy metal luisterde.
- Toen we jong waren, headbangden we vaak op feestjes.
- Hij/Zij headbangde graag op de voorste rijen tijdens concerten.
- Wij headbangden soms tot diep in de nacht op onze favoriete muziek.
- Zij headbangden regelmatig mee met de radio in de auto.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Headbangen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren intensief staan headbangen op het festival.
- Jij bent al eens eerder gaan headbangen bij een rockconcert.
- Hij/Zij heeft vele malen in de moshpit gehad headbangd.
- Wij hebben vorige week heerlijk samen staan headbangen op dat feest.
- Zij hebben altijd met volle energie headbangend genoten van metaloptredens.