soebatten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | soebat | soebatte | heb gesoebat |
jij, je, u | soebat | soebatte | hebt gesoebat |
hij, zij, het | soebat | soebatte | heeft gesoebat |
wij | soebatten | soebatten | hebben gesoebat |
jullie | soebatten | soebatten | hebben gesoebat |
zij, ze | soebatten | soebatten | hebben gesoebat |
PresensBeta
Example presens sentences for Soebatten with some of the pronouns.
- Ik soebat om een oplossing.
- Jij soebat vaak om je zin te krijgen.
- Hij/Zij soebat met zijn/haar ouders over de uitgaanstijd.
- Wij soebatten over wie de afwas moet doen.
- Zij soebatten om een hoger salaris.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Soebatten with some of the pronouns.
- Ik soebatte altijd om langer op te mogen blijven.
- Jij soebatte regelmatig over het huiswerk.
- Hij/Zij soebatte vroeger veel met zijn/haar broers en zussen.
- Wij soebatten meestal over wie er mag kiezen welke film we gaan kijken.
- Zij soebatten een hele tijd geleden om een nieuwe auto.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Soebatten with some of the pronouns.
- Ik heb gesoebat om mijn vakantiedagen te verlengen.
- Jij hebt al lang genoeg gesoebat om die promotie.
- Hij/Zij heeft succesvol gesoebat om extra hulp in de klas.
- Wij hebben gezamenlijk gesoebat om de regels te veranderen.
- Zij hebben eindelijk toestemming gekregen na langdurig soebatten.