stevigen

Conjugations List of Stevigen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstevigstevigdeheb gestevigd
jij, je, ustevigtstevigdehebt gestevigd
hij, zij, hetstevigtstevigdeheeft gestevigd
wijstevigenstevigdenhebben gestevigd
julliestevigenstevigdenhebben gestevigd
zij, zestevigenstevigdenhebben gestevigd

Presens
Beta

Example presens sentences for Stevigen with some of the pronouns.

  • Ik stevig regelmatig om mijn spieren te versterken.
  • Jij stevigt je standpunt altijd goed onderbouwd.
  • Hij/Zij/Het stevigt de planken aan voor extra stabiliteit.
  • Wij stevigen onze banden door regelmatig samen activiteiten te ondernemen.
  • Jullie stevigen de constructie van het gebouw met extra bouten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Stevigen with some of the pronouns.

  • Ik stevigde elke dag om fit te blijven.
  • Jij stevigde regelmatig tijdens je trainingssessies.
  • Hij/Zij/Het stevigde de stoelen voordat de gasten aankwamen.
  • Wij stevigden de fundamenten van het huis in de zomer.
  • Jullie stevigden de relatie door eerlijk met elkaar te communiceren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Stevigen with some of the pronouns.

  • Ik heb gestevigd om mijn fysieke kracht te verbeteren.
  • Jij hebt je argumenten goed gestevigd tijdens het debat.
  • Hij/Zij/Het heeft de muur gestevigd met een nieuwe laag mortel.
  • Wij hebben onze vriendschap gestevigd door elkaar te steunen in moeilijke tijden.
  • Jullie hebben het team gestevigd door talentvolle spelers aan te trekken.