swaffelen

Conjugations List of Swaffelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikswaffelswaffeldeheb geswaffeld
jij, je, uswaffeltswaffeldehebt geswaffeld
hij, zij, hetswaffeltswaffeldeheeft geswaffeld
wijswaffelenswaffeldenhebben geswaffeld
jullieswaffelenswaffeldenhebben geswaffeld
zij, zeswaffelenswaffeldenhebben geswaffeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Swaffelen with some of the pronouns.

  • Ik swaffel.
  • Jij swaffelt.
  • Hij/Zij/Het swaffelt.
  • Wij swaffelen.
  • Jullie swaffelen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Swaffelen with some of the pronouns.

  • Ik swaffelde.
  • Jij swaffelde.
  • Hij/Zij/Het swaffelde.
  • Wij swaffelden.
  • Jullie swaffelden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Swaffelen with some of the pronouns.

  • Ik heb geswaffeld.
  • Jij hebt geswaffeld.
  • Hij/Zij/Het heeft geswaffeld.
  • Wij hebben geswaffeld.
  • Jullie hebben geswaffeld.